|
|
Zijn er paardenopvoedstijlen?
Paardeneigenaren worden uitgenodigd
om te helpen dit te onderzoeken.
Diereneigenaren hebben hun eigen manier van opvoeden en omgaan met hun dier.
In 2018 vonden we hondgerichte opvoedstijlen (klik hier). Later konden we deze opvoedstijlen koppelen aan lichaamsconditie (klik hier) en gedrag (klik hier).
Met dit nieuwe onderzoek onder paardeneigenaren willen we uitzoeken of paardgerichte opvoedstijlen bestaan. Uw antwoorden worden geanalyseerd op onderliggende opvoedstijlen. Voor een aantal deelnemers wordt er een koppeling gemaakt met gedragsonderzoek.
De vragenlijst gaat over uw band met het paard, hoe u met uw paard omgaat en het traint. In totaal zal de vragenlijst zo'n 20 minuten in beslag nemen.
Fijn dat u aan dit onderzoek wilt meedoen! Ga vlot door de vragenlijst. Volg uw gevoel, sta niet te lang stil bij een vraag en sla deze over als u het niet weet. Er zijn geen goede of foute antwoorden! Wanneer u meerdere paarden bezit, neem dan één paard in gedachten.
We adviseren u de enquête in te vullen op een gewone computer, niet op een tablet, vanwege de grootte ervan (laadtijd kan op een tablet leiden tot verlies van uw ingevoerde gegevens). Bij voorbaat dank voor uw tijd!
|
|
|
1.
Toestemmingsverklaring deelname vragenlijst - Graag nodigen we u als paardeneigenaar uit om deel te nemen aan dit onderzoek naar het houden van paarden.
Uw deelname aan het onderzoek is geheel vrijwillig. Er zijn geen risico’s verbonden aan deelname, en u of uw paard verkrijgen er geen voordelen door. Het onderzoek draag bij om kennis te verzamelen voor een succesvolle eigenaar - paard relatie.
Gegevens worden alleen voor het beschreven onderzoek gebruikt, dienen geen commerciële doeleinden en worden niet aan derden ter beschikking gesteld.
Wilt u meedoen? Vink dan de ‘Ja, ik doe mee’-knop hieronder aan. U kunt dan van start met de vragen in de online vragenlijst. |
|
|
|
|
2.
Voor het onderzoek is het belangrijk gegevens te labelen. Uw woonplaats in combinatie met de roepnaam van uw paard (waarvoor u het onderzoek invult) vormt dit label. Vult u ze hieronder in?
|
|
|
|
|
3.
Bent u de eigenaar van het paard? - meerdere opties mogelijk |
|
|
|
|
4.
Heeft het paard een trainer/bijrijder/verzorger en zo ja, hoeveel procent van de tijd heeft het paard contact met de eigenaar en hoeveel procent met de trainer/bijrijder/verzorger? |
|
|
|
|
|
|
|
6.
Wat is uw hoogst afgeronde opleiding? |
|
|
|
|
|
|
7.
Wat is uw leeftijdscategorie? |
|
|
|
|
|
|
8.
Heeft u kinderen? |
|
|
|
|
|
|
9.
Hoe tevreden bent u over uw paard? Heeft u meer paarden? Neem dan één paard in gedachten voor alle(!) vragen die nu volgen. |
|
|
|
|
|
|
10.
Wat is het geslacht van uw paard? |
|
|
|
|
|
|
11.
Wat is het ras van uw paard? Met "Mix" kunt aangeven dat het geen zuiver ras is |
|
|
|
|
12.
Heeft uw paard een stamboom (certificaat)? |
|
|
|
|
13.
Wat is de stokmaat van uw paard? - de schofthoogte in cm vanaf het hoogste punt boven de schouder tot aan de grond.
|
|
|
|
|
|
|
14.
Voor welk doel heeft u uw paard aangeschaft? - meerdere opties mogelijk |
|
|
|
|
15.
Wat is de leeftijd van uw paard? |
|
|
|
|
|
|
16.
Hoe oud was het paard toen u het kreeg? |
|
|
|
|
|
|
17.
Hoe beoordeelt u het gewicht van uw paard op een schaal van 1 = extreem mager tot 9 = extreem overgewicht? Om uw beoordeling te maken, kunt u onderstaande afbeeldingen en beschrijvingen gebruiken.
1- Extreem dun: Dier is extreem uitgemergeld, ruggenwervels, ribben, bekken en zitbeen zijn duidelijk zichtbaar. De botstructuur van de schoft, schouders en nek zijn duidelijk zichtbaar. Er is geen voelbaar vet.
2 -Zeer dun: Dier is uitgemergeld, klein beetje vet bedekt de ruggenwervels. Ribben, zitbeen, bekken en staartkop zijn duidelijk zichtbaar. De botstructuur van de schoft, schouders en nek zijn vagelijk zichtbaar.
3 - Dun: Vet opbouw ongeveer halverwege de ruggengraat. Lichtelijke vetlaag rond de ribben maar ribben en ruggengraat zijn nog duidelijk zichtbaar. De bot structuur van de schoft, schouders en nek zijn nog net zichtbaar.
4 - Lichtelijk dun: Lichtelijke richel op de rug. Ribben zijn nog net zichtbaar. bekken niet te onderscheiden. Schoft, schouders en nek zijn duidelijk niet dun.
5 - Normaal: Rug is recht, ribben niet zichtbaar maar wel makkelijk voelbaar. Vet rond het staarthoofd voelt lichtelijk sponzig. Schoft ziet er rond uit. Nek en schouders vloeien mooi over op de rest van het lichaam.
6 - Lichtelijk mollig: Misschien een lichtelijke richel aan de achterkant van de rug. Vet over ribben voelt vlezig/sponzig. Vet rond staarthoofd is zacht. Kleine vetophoping rond de schoft, achter de schouders en aan de zijkant van de nek.
7 - Mollig: Misschien een richel aan de achterkant van de rug. Individuele ribben zijn nog voelbaar maar met een merkbare vetvulling ertussen. Vet rond staarthoofd is zacht. Vet ophoping rond schoft, achter de schouders en langs de nek.
8 - Dik: Richel langs de rug, moeilijk om individuele ribben te voelen, vet rond staarthoofd zeer zacht. Lichaam ronde schoft is gevuld met vet. Deel achter de schouders is gevuld met vet. Vet ophopingen langs de zijkant van de nek.
9 - Extreem dik: Duidelijke richel aan de achterkan van de rug. Overal zijn vetophopingen aanwezig.
- dit Body Condition System is ontwikkeld door Kentucky Equine Research
|
|
|
|
|
18.
Is uw paard verzekerd tegen dierenartskosten? |
|
|
|
|
|
|
19.
Hoeveel uur per week traint u uw paard? - Met training bedoelen we alle activiteiten die u met uw paard onderneemt, zoals wandelen, grondwerk, longeren, rijden etc. |
|
|
|
|
|
|
20.
Hoeveel uur per week gaat u naar uw paard zonder te trainen? - Met training bedoelen we alle activiteiten die u met uw paard onderneemt, zoals wandelen, grondwerk, longeren, rijden etc. |
|
|
|
|
|
|
21.
Welke discipline beoefend u met uw paard? - meerdere opties mogelijk |
|
|
|
|
22.
Met welke optoming traint u uw paard? - meerdere opties mogelijk |
|
|
|
|
23.
Gebruikt u hulpmiddelen tijdens het trainen van uw paard en zo ja welke? - meerdere opties mogelijk |
|
|
|
|
24.
Neemt u betaald les met uw paard? |
|
|
|
|
|
|
25.
Bent u actief in de wedstrijdsport? |
|
|
|
|
|
|
26.
Hoeveel jaar trainingservaring heeft dit paard? - Met training bedoelen we alle activiteiten die u met uw paard onderneemt, zoals wandelen, grondwerk, longeren, rijden etc.Deze vraag gaat specifiek over het paard en niet over hoe lang u het paard al traint. Als het paard al getraind was voordat u hem ging trainen, dan willen we graag dat u die tijd ook meeneemt |
|
|
|
|
|
|
27.
Hoeveel jaar trainingservaring heeft u? - Met training bedoelen we alle activiteiten die u met uw paard onderneemt, zoals wandelen, grondwerk, longeren, rijden etc. |
|
|
|
|
|
|
28.
Hoeveel paarden heeft u in totaal getraind? - Met training bedoelen we alle activiteiten die u met uw paard onderneemt, zoals wandelen, grondwerk, longeren, rijden etc. |
|
|
|
|
|
|
29.
Hoeveel jaar traint u samen met dit paard? - Met training bedoelen we alle activiteiten die u met uw paard onderneemt, zoals wandelen, grondwerk, longeren, rijden etc. |
|
|
|
|
|
|
30.
Hoeveel paarden verzorgt/traint u op dit moment? |
|
|
|
|
|
|
31.
Hoeveel tijd per dag bent u gemiddeld bezig met het verzorgen en trainen van uw paard? |
|
|
|
|
|
|
32.
Traint u paarden voor uw beroep? |
|
|
|
|
33.
Welk type pension heeft uw paard? |
|
|
|
|
|
|
34.
Welk type huisvesting heeft uw paard? |
|
|
|
|
35.
Hoeveel uur per dag heeft uw paard gemiddeld de mogelijkheid om vrij te bewegen in een weide/paddock? |
|
|
|
|
|
|
36.
Hoeveel uur per dag heeft uw paard gemiddeld beschikking tot ruwvoer? |
|
|
|
|
|
|
37.
Er zijn verschillende manier om uw paard te belonen of te corrigeren, om zo het gewenste gedrag te bevorderen of prestaties te verbeteren. Hoe vaak maakt u gebruik van het onderstaande? |
|
|
|
|
38.
Gebruikt u andere methoden om uw paard te trainen? U kunt deze hier kort noemen (met steekwoorden). |
|
|
|
|
39.
De volgende stellingen gaan over hoe u uw paard begeleidt en naar paardenbezit kijkt. Denk niet te lang na, ga op uw eerste gevoel af. (Er zijn geen goede of foute antwoorden.) Hoe vaak is onderstaande op u van toepassing? Nooit (1), soms (2), neutraal (ongeveer de helft van de keren, 3), meestal (4), altijd (5).
Waar ‘hij/ hem’ staat kan uiteraard ook ‘zij/ haar’ gelezen worden. |
|
|
|
|
40.
Hoe vaak zijn onderstaande stellingen van toepassing op u en uw paard? |
|
|
|
|
41.
In hoeverre zijn onderstaande stellingen van toepassing op u en uw paard? |
|
|
|
|
42.
In hoeverre zijn onderstaande stellingen van toepassing op u en uw paard? - Cloned |
|
|
|
|
43.
Wat is op u van toepassing? |
|
|
|
|
44.
Doet u mee met vervolgonderzoek in de praktijk?
U kunt zich aanmelden voor verder gedragsonderzoek op de thuislocatie van uw paard. U wordt gevraagd een aantal oefeningen te doen waarbij we opnames maken, teugeldruk meten en de hartslag van het paard registreren (via een hartslagband).
Er zal een selectie worden gemaakt uit de aanmeldingen, en alleen de geselecteerde paardeneigenaren zullen worden gecontacteerd via email. |
|
|
|
|
45.
Indien we u mogen benaderen voor gedragsonderzoek, vult u dan hier uw mailadres in? (Anders laat u deze vraag open.) |
|
|
|
|
46.
Indien we u mogen benaderen voor gedragsonderzoek; wat is de woonplaats waar uw paard op stal staat? |
|
|
|
|
47.
Heeft u nog opmerkingen, meld deze dan alstublieft hier: |
|
|
Klik na het invullen van de enquête 1x op [verzenden] (hieronder) om deze in te sturen (let op: slechts 1x klikken, na een kleine wachttijd ontvangt u een bevestiging van ontvangst)!
Heel erg bedankt voor uw medewerking!
|